Zo heet het nieuwste boek van A.Th. van der Heijden. Het gaat over zijn zoon die op de eerste Pinksterdag van 2010 verongelukte, 21 jaar oud. Triest, heel triest. De vader/schrijver beschrijft, aldus de recensies, in dit boek wat je overkomt als dit gebeurt, blikt terug, stelt de schuldvraag en al die andere tragiek die zo’n gebeurtenis omgeeft. Toen ik de recensies las in Trouw en NRC begreep ik dat dit een bijzonder boek moest zijn. Persoonlijk, dramatisch, indringend, confronterend, alles eigenlijk. Ik las op verschillende plekken het woord ‘inktzwart’. Kortom, ik noteerde de titel op mijn lijstje aan te schaffen boeken. Iets voor de zomervakantie. Toen gebeurde er iets merkwaardigs.

Ik ken Van der Heijden als een uitstekend verteller, jaren geleden heb ik veel van hem gelezen. Zou weer gaan gebeuren dus.

Een paar weken na de verschijning van de recensies waren we een weekendje in het prachtige stadje Zutphen. De zaterdag brachten we door met een prachtige fietstocht en lekker eten. De zondagmorgen was voor de stadswandeling aan de hand van een route van de VVV. En daar kwamen we langs een prachtige boekhandel die op de voorruit een geweldig groot plakkaat had hangen met de foto van Tonio als reclame voor het boek.

Op de een of andere manier schokte het me. Ik dacht wat gebeurt hier? Ik vind het moeilijk dat te begrijpen. Het verwart me. Het lezen van het boek moet nog gebeuren, ik kan nog geen enkel inhoudelijk oordeel hebben behalve een verwachting op basis van recensies, en toch… Die reclame brengt me van mijn stuk en roept allerlei vragen op. Is dit een idee van de uitgever? Is de schrijver hier content mee? Wat overweegt hem om daar mee in te stemmen? Leent zo’n beschreven drama  zich voor dergelijke opzichtige reclame?  Wat vindt hij van het uitbaten van zijn verdriet? Of ziet hij dat anders? De lezer uitnodigen om mee te leven met jouw persoonlijke drama heeft voor de lezer al iets ambivalents: het is een open uitnodiging tot voyeurisme. Maar dan anders, niet te vergelijken met emotieteevee: al die  programma’s waarbij de kijker getuige moet zijn van een hereniging na een ruzie, van het groeiende inzicht dat een hobby uit de hand is gelopen of dat een relatie een investering vergt.  Allemaal pulp die ongezien mag blijven. Ik had het gevoel dat het met dit boek anders zou zijn, maar dan dit die reclame.

Ik wil aan niemands integriteit twijfelen maar dat maakt het juist nog ingewikkelder.

Nog geen week na het weekend in Zutphen lees ik in NRC een artikel van Elsbeth Etty met als titel ‘En de rest is voyeurisme’ met als ondertitel ‘Waar ligt de grens tussen literaire rouwverwerking en sensatiezucht?’. Ook zij vraagt zich af wat ze aanmoet met dit boek. Zo vraagt ze zich af of het boek behoort tot een genre dat wel aangeduid wordt als memoir waarin een persoonlijk verhaal wordt prijsgegeven. Dat hoeft niet altijd en is vaak ook geen literatuur. (En veel daarvan is pulp, vul ik aan).

Voor Etty is duidelijk dat het er niet toe doet of Tonio tot het genre memoir behoort of niet. Het gaat er ook niet om of het waar gebeurd is of niet, maar of het ‘onontkoombaar is opgeschreven en vormgegeven’. En dat is wel een mooi criterium vind ik. Nu nog lezen en zien of het klopt. Binnenkort.

Share