Het gaat hard met de bestuurlijke ontwikkeling in het onderwijs. Ik bladerde in een eerder publicatie uit 2005 en zag daar de zandloper. De metafoor van dat moment voor hét bestuursmodel van dat moment: het bestuur op hoofdlijnen. Wat is er veel veranderd! Inderdaad, het is nog maar zes jaar geleden dat het bestuursmodel ‘besturen op hoofdlijnen’ het dominante bestuursmodel was. Ik ging in die tijd het land rond met een zandlopertje op zak. Dat gebruikte ik als metafoor in het verhaal over dit model: het bestuur aan de ene kant, de (directeuren van) de scholen aan de andere kant, met elkaar verbonden door een smal halsje: de (algemeen) directeur.
Het goede functioneren van dat halsje in die zandloper was een belangrijke succesfactor voor de hele organisatie. Met het oog daarop ontwikkelde ik 4 K’s, 4 V’s en 4 T’s in het verkeer tussen beide delen van de zandloper. Ik heb dit beeld opnieuw bewerkt en aangepast aan de ‘eisen van deze tijd’. Het halsje in de zandloper is in dit nieuwe beeld: het (professionele) bestuur.
De informatie die vanuit de organisatie via het bestuur naar de interne toezichthouder/raad van toezicht gaat, is samen te vatten als ’de K’s van de school/scholen’:
Kwaliteit: breed en smal, resultaat en proces.
Kwantiteit: kwantitatieve informatie over de organisatie zoals ontwikkeling van het leerlingental, verwijs /uitvalcijfers, examenresultaten, kengetallen personeelsbeheer
Kollega’s: HRM-informatie, werkgeverschap, scholing en deskundigheidsbevordering
Kosten: financiele data: exploitatiecijfers, lange termijn financieel beleid, risicomanagement.
De informatie die het bestuur over deze ’K’s’ doorsluist naar de raad van toezicht zijn samen te vatten in een term: verantwoording.
De ‘V’ van ‘verantwoording’ is de verbindende schakel naar de informatiestromen die in de omgekeerde richting lopen: van raad van toezicht via het bestuur naar de scholen. Deze vier stromen vatten we samen als de ’V’s van het bestuur’:
Visie: op de maatschappelijke functie van de organisatie: de toegevoegde waarde en de kenmerken waaraan de organisatie moet voldoen om die waarde te realiseren.
Verwachtingen: de raad van toezicht articuleert vooraf zijn verwachtingen ten aanzien van goed bestuur van de organisatie.
Verankering: de raad van toezicht ziet op de verankering van de organisatie in de locale of regionale omgeving.
Vertrouwen: de raad van toezicht staat voor en achter het bestuur, geeft vertrouwen, rugdekking, het antwoord op de ‘verantwoording’ vanuit het bestuur.
De vier ’K’s’ vanuit de organisatie en de vier ’V’s’ vanuit de raad van toezicht lopen niet ‘ongezeefd’ van de ene helft in de andere helft: daar zit het bestuur tussen. Het bestuur is immers het halsje in de zandloper waarlangs alles passeert. Reden genoeg om eens nauwkeuriger naar dat halsje te kijken. Wat stelt dat voor? Is het eigenlijk niet meer dan een gat? Integendeel, dat halsje is het geheim van de zandloper zelf!
Het geheim van de hals in de zandloper is: de tijd, de essentie immers van de zandloper. De bestuurder als verantwoordelijke voor ’tijd’ is dat in vier dimensies van die tijd. Zo ontstaan de vier “T’s” van de bestuurder:
Timing: het op het juiste moment aan de orde stellen van zaken.
Tempo: de bestuurder stelt het tempo van processen vast: hoe houd je er de beweging in zonder de verschillende partijen over de kling te jagen?
Tijdgeest: de bestuurder heeft gevoel voor de eisen die deze tijd stelt aan goed onderwijs, maar ook voor waar het onderwijs jonge mensen opvoedt tot een kritische houding tegenover negatieve tendensen!
Terugtred: de dynamiek van de tijd even stilzetten zodat er tijd ontstaat voor reflectie, voor tijd voor de geest, voor ’spiritualitijd’.
En voor vakantie!