Even in staccato: in 2011 verschenen, kunstbeschouwingen, besprekingen van tentoonstellingen, veel schilderkunst, ook over fotografie, eerder gepubliceerde essays, mooie bundel, rode draden. Hoe onbevangen kun je kijken, meer zien dan je ziet. Wat zie je zelf en wat willen anderen je laten zien. Helderde verhalen van Peter Delpeut.

Onafhankelijk kijken, dat is niet hetzelfde als naïef kijken. De emotie van het schilderij toelaten is ook herkenning van de emotie in jezelf en die teruggeven aan het schilderij. Het geheim, het raadsel van de verbeelding van de kunstenaar: dingen mooi, vaak mooier maken dan ze zijn, dan zoals ze overkomen, beleefd worden. Ook: uitdrukking geven aan je fascinatie als kunstenaar. Het is juist daarom dat Nederlandse bollenvelden altijd mooier geschilderd worden dan ze feitelijk zijn of waren. Buitenlandse schilders hadden daar een goed oog voor, een beter oog dan Nederlanders zelf.

Het beste hoofdstuk in het boek vond ik het essay over het 19de eeuwse orientalisme, en over hoe onze kijk op oosterse taferelen is bedorven door de beschuldiging van deze schilders als  ‘slippendragers van het westerse imperialisme’ door Edward Said in diens Orientalism. Western Concepts of the Orient uit 1978. Terwijl westerse schilders oorspronkelijk gefascineerd waren door wat ze zagen als ze naar verre en warme landen gingen en daar tal van oosterse taferelen schilderden  is de mogelijkheid voor ons om daar nog iets van te herkennen voorgoed bedorven door  het misplaatste verwijt van imperialisme.  Delpeut is helder: “Zoals zo vaak met baanbrekende standaardwerken destilleerden de navolgers van Said er een recept uit voor panklare analyses. Alle uitingen van westerse verbeelding die gebruikmaakten van oosterse motieven konden ermee worden ontmaskerd.” Ergerlijk dus! En je merkt het nog steeds aan de bijschriften op tentoonstellingen. Dat was een goede eyeopener voor me: wantrouw de beschrijving.

Delpeut legt op overtuigende wijze uit dat we op deze manier missen wat schilders in de 19de eeuw heeft gefascineerd. Wat viel hen op? Wat zagen zij? Delpeut verwoordt zijn kritiek op het aangeprate schuldgevoel op verschillende manieren:

–          Kunstenaars tonen dat zij veel zagen; ze legden prachtige details vast;

–          Stereotiepen kunnen kwalijke gevolgen hebben maar ze kunnen ook productief zijn en meehelpen een identiteit vorm te geven

–          De oriëntalisten voeren in ieder schilderij een hoogmis voor de verbeelding op. Escapisme pur sang, aldus Delpeut.

Er zijn meer mooie essays in dit boek, essays waarin de auteur terwijl hij kunst beschouwt dicht bij zichzelf blijft – een genot om te lezen, die persoonlijke touch die steeds aanwezig blijft. Mooie opstellen dus.

O ja, de titel: het treuzelen, ligt in lijn van zijn filosofie van het fietsen: het verrichten van een activiteit om de activiteit zelf, zonder doel, zonder bestemming. Komen wat komt, lanterfanten, genieten van de schoonheid van het nutteloze. En in deze essays bovendien: met taal de omgeving proeven.

Share