Titel van een boek van Edgar Hilsenrath dat ik onlangs las en een wel heel bijzondere leeservaring opleverde met allerlei tegenstrijdige en soms zelfs moeilijk plaatsbare gevoelens. Met soms de vraag die tegelijk uitroep is: ‘wat gebeurt hier?!’ Als het de bedoeling van de roman is volstrekt onconventioneel het drama Holocaust te beschrijven, dan is dat wat mij betreft gelukt. Knap en bizar tegelijk.  Waar gaat genialiteit over in waanzin?

Eerst maar even het verhaal. Het is een ik-roman. En de ‘ik’ in het verhaal is Max Schulz, een Duitser die in het vooroorlogse Duitsland opgroeit en van jongsaf dik bevriend is met buurjongen Itzig Finkelstein (hierna afgekort als IF), zoon van een kapper, eigenaar van kapsalon De Heer van de Wereld, Chaim Finkelstein. Max leert het kappersvak van Chaim. Hij komt in zijn tienerjaren bij de SA, later bij de SS en wordt in de oorlog in het kamp Laubwalde verantwoordelijk voor de dood van minstens 10.000 Joden, waaronder de Finkelsteins. Na de capitulatie weet hij te ontsnappen. En dan begint het bizarre in het verhaal: hij verandert van identiteit en neemt die van zijn boezemvriend Itzig aan/over. Hij laat diens kampnummer tatoeeren, laat zich besnijden en verdiept zich in de joodse cultuur en geschiedenis. Bizar genoeg beschikt hij over een zak met gouden tanden waarmee hij zich in leven weet te houden. Na een periode in de zwarte handel te hebben gezeten, emigreert hij naar het dan op te richten Israel, neemt daar deel aan ondergrondse bevrijdingsactiviteiten en gaat later als gerespecteerde joodse kapper Itzig Finkelstein, eigenaar van De Heer van de Wereld, door het leven. Zelfs als hij aan de rechter Wolfgang Richter zijn ware identiteit bekent, gebeurt er niets. Wel sterft hij aan het eind van zijn leven vol van angst over zijn lot. Duidelijk is dat het verleden zich niet laat wegvagen maar zich in de laatste momenten op zijn allerhevigst aandienen. Tot zover het verhaal.

Het is een bijzondere leeservaring want hoe bizar ook, al lezend hou je het allemaal voor mogelijk, is het overtuigend. Max Schulz is, en dat heb je al snel door, volstrekt verknipt en volkomen gewetenloos. Iemand die altijd kiest voor de winnende partij en zonder blikken en verblozen verspringt van vernietiger naar slachtoffer. De taal, de beelden waarin hij denkt en handelt, het is allemaal even bizar (een ander woord schiet me niet te binnen). Het opportunisme van de keuzes die Schulz maakt, het negeren van verantwoordelijkheid voor het eigen leven en voor zijn daden, hij is een pure overlever. Zo kan een massamoordenaar een Israelische terrorist en vrijheidsstrijder worden. Hoe kun je het verzinnen. Het is een Duitse Jood die het schrijft,

In het Nawoord is te lezen dat er in de engelstalige wereld al een kwart miljoen exemplaren van het boek verkocht waren voor een Duitse uitgever de publicatie van het in het Duits geschreven origineel aandurfde. Reden: het boek botst met het naoorlogse beeld van de oorlog en de beschermingsleugens (‘Ich habe es nicht gewuszt’)  in combinatie met de gehuichelde sympathie voor het Jodendom – ook een vorm van antisemitisme.

Het verhaal is werkelijk compromisloos, grof, confronterend, soms irritant, en heeft lak aan conventionele emoties. Het deed me qua procede denken aan De Joodse Messias van Arnon Grunberg en al googelend las ik dat ook anderen die associatie hadden. Inderdaad, er zijn grote parallellen. En toch, na lezing van De Joodse Messias besloot ik nooit meer iets van Grunberg te lezen omdat ik het boek echt te erg, te respectloos, te goddeloos, te… vond, zo erg inderdaad dat ik Grunberg in de ban heb gedaan. Daar zal Grunberg niet van omvallen, maar voor mezelf was een grens bereikt. Toch had ik dat met dit boek niet: ondanks alle vervreemding die het oproept, vervreemding van (althans mijn) beelden van standen van zaken.

Inderdaad, een bijzondere leeservaring.

 

Share