Een schoolleider zei laatst heel pregnant: “Vroeger had je een identiteit en daar stichtte je een school bij. Nu heb je een school en zoek je er een identiteit bij.” ‘Het kan verkeren’ luidde de lijfspreuk van onze zeventiende-eeuwse dichter Brederode en daar had hij gelijk in. Reden om te reflecteren over het begrip ‘identiteit’.

De ouderen onder ons herinneren het zich nog: er was een tijd dat alles helder en duidelijk was. Je groeide op in een wereld vol herkenningspunten en vaststaande toekomstverwachtingen. Je behoorde bij een groep, een gemeenschap, en die gemeenschap had een identiteit. En jij als lid van die gemeenschap, had ook die identiteit, deelde erin en wist je opgenomen in een betekenisverlenend verband. Sindsdien is er veel gebeurd.

De vraag

Laat ik voor ik mijn reflecties begin een mogelijk misverstand wegnemen, namelijk de gedachte dat identiteit in de traditionele zin, er niet meer toe doet. Ik ken vele scholen die serieus werk maken van hun levensbeschouwelijke identiteit van oudsher, die ook steeds vernieuwen of in lijn te brengen met de tijd waarin we leven. Mooi dat dit bestaat en dat dit mogelijk is. Ook wil ik niet meedoen aan het vaak en gemakkelijk gemaakte verwijt dat scholen hun eigen identiteit niet serieus nemen of verwaarlozen. Ook al zou dit gebeuren, het houdt me hier even niet bezig. Ik ben dus niet uit op een beoordeling, laat staan op een veroordeling. Wat me wel fascineert is de vraag: hoe voltrekt zich dat proces van ‘een school hebben en daar een identiteit bij zoeken’?

Eerste reflectie

Wat opvalt, is dat veel scholen hard werken aan een nieuw onderscheidend profiel. De keuze voor een profiel houdt verband met de doelgroepen die men wil aantrekken. Er is inmiddels sprake van een veelheid aan profielen. Denk aan de cultuurprofielschool, de begaafdenprofielschool, het technasium, het entreprenasium, de TOM-school, de Iederwijs-school, het sportprofiel, en ga zo maar door. Het aardige is dat scholen vaak meerdere profielen tegelijk hebben. Je ziet het aan de schilden of emblemen bij de ingang van de school. Het profiel is altijd direct gerelateerd aan het aanbod of aan de wijze waarop onderwijs wordt gerealiseerd, de pedagogiek (vgl. Dalton onderwijs of Montessorionderwijs). Het begrip ‘identiteit’ lijkt te zijn ‘verkeerd’ in een profiel, of beter en vaker nog: in een combinatie van profielen. Het een sluit het ander niet uit; profielen kunnen naast elkaar bestaan en ook naast elkaar gecommuniceerd worden. Dat laatste is belangrijk. Scholen communiceren niet langer uitsluitend hun onderscheidende traditionele (= levensbeschouwelijke) identiteit, maar een veelheid aan profielen zonder aantoonbare dominantie van de een boven de ander. Het gebeurt veeleer in termen van nevenschikking, afgestemd op de verschillende doelgroepen die de school voor ogen staan.

Tweede reflectie

Identiteit lijkt in toenemende mate het resultaat van een al dan niet moeizaam afgelegd traject van missie – visie – strategie. Identiteit wordt dan uitgedrukt in termen van wie zijn wij, voor wie zijn wij er en waar willen wij voor gaan. Of, minder ambitieus: wat bieden we aan? Identiteit die verworven wordt door tussenkomst van managementinstrumenten als een SWOT, werkgroepen, groepsgesprekken, systeemkaarten, ‘geeltjes’ en zo meer. Identiteit als resultaat van een geregisseerd proces.

Missie: wat is onze boodschap? Die komt toch echt uit jezelf, geïnspireerd door een levensbeginsel, of in ervaring met een van God ontvangen opdracht, zoals die van oudsher eigen is aan missie. Wat bieden wij vanuit onszelf aan, zonder dat daarom gevraagd is?

Visie: waar hebben we boodschap aan? Door wat in de werkelijkheid om ons heen laten wij ons aanspreken? Waar mogen anderen ons op aanspreken en aan houden?

Strategie: in welke richting combineren we de uitkomsten van missie en visie?

Derde reflectie

Er is kennelijk behoefte om identiteit te beschouwen als datgene wat continuïteit geeft in een wereld vol discontinuïteit, als dat wat blijft als alles verandert. Identiteit als een constante in een uiterst beweeglijke werkelijkheid, een rustpunt, een ankerplaats om jezelf te zijn, om thuis te komen. Ik vermoed dat aan scholen die zich nadrukkelijk ontwikkelen als waardengemeenschappen, een dergelijk beeld van identiteit voor ogen staat.

Vierde reflectie

De identiteit van een organisatie als een school heeft altijd twee dimensies: de talige en de gedragsmatige. Met de talige bedoel ik dat de identiteit van een team, van een groep mensen, zichtbaar is in de taal waarin de leden van de groep zich uitdrukken. We zijn het ons vaak niet zo bewust maar gemeenschappen zijn niet mogelijk zonder een gedeelde taal, een specifiek idioom. Sterker nog, niet zoiets als beleid of afspraken of spelregels in hun instrumentele zin constitueren een groep, een team, een gemeenschap: het is de gedeelde taal die verbindt. Daarom is het zo belangrijk dat leiders zich toeleggen op specifieke taal, op de ontwikkeling van taal die voor deze groep geldt. Taal die spreekt tot het hart van de mensen die er werken. Ik weet het, het klinkt wat abstract. Maar je kunt het verduidelijken met het tegendeel als voorbeeld: een leider die niets anders doet dan zich bedienen van gekopieerd managementjargon en consultants talk creëert echt geen team. Hem of haar treft al snel het verwijt dat hij visieloos leiding geeft. Taal is echt zó belangrijk en even belangrijk als de gedragingen van en in die gemeenschap. Ik doel op gedragingen die voortvloeien uit pedagogische en didactische opvattingen, die verband houden met de beleden identiteit. Die gedragingen moeten kloppen met de identiteit zoals die in taal is verwoord. Taal en gedragingen zijn in die zin de twee ‘codes’ die de identiteit merkbaar maken. En als de identiteit niet afleesbaar is aan de gedragingen, in hoeverre bestaat ze dan nog? Alleen in taal?

Tot slot

Terwijl ik deze column voorbereidde, kwam bij mij een Bijbels beeld op. Identiteit als de wolkkolom, een lichtende vuurzuil die voor je uit gaat, op weg naar een werkelijkheid die je nog niet kent maar die jou als een wenkend perspectief in beweging zet en in beweging houdt, als een belofte. Een vuurkolom die niet jouw persoonlijke schepping is maar die groter is dan jijzelf. Identiteit die mensen verbindt in een gemeenschappelijke droom, een visioen, een belofte. Identiteit is dan niet dat wat je nu al bent maar dat waarnaar je op weg bent. Identiteit als toekomst. Spannend lijkt me dat.

Share