VS, eerste helft 20ste eeuw. William Stoner, boerenzoon, zeer eenvoudig milieu verlaat het platteland om te gaan studeren. Switcht al snel van landbouwwetenschap naar letteren en vervreemdt zich met die keuze definitief van zijn ouders. We zien een jongen man worden en raken haast zelf gevangen in de grauwsluier die over zijn jeugd ligt. De troosteloosheid, de eenzaamheid – ze druipen van elke pagina. En o, wat is het mooi geschreven, magnifiek!

Stoner studeert af en wordt docent aan de universiteit. We volgen hem zijn hele leven en nemen kennis van zijn weinig verheven bestaan, van zijn onvermogen om te accommoderen naar lastige situaties. Stoner is tot weinig in staat, hij is een grotendeels onopvallend figuur.

Zijn huwelijk loopt al snel spaak, de opvoeding van zijn dochter wordt hem op zeker moment ontnomen, zijn buitenechtelijke relatie moet hij afbreken om een schandaal te voorkomen. Alleen in die laatste liefde komt hij tot zijn recht, in alle andere relaties lijkt hij machteloos om liefde en warmte te creëren, om schuilplaatsen te scheppen tegen de kilheid van het bestaan.

Stoner heeft een paar ernstige botsingen in zijn carrière – dan blijkt zijn onbuigzaamheid én zijn grote verantwoordelijkheidsbesef als docent. Want dat laatste is hij, in hart en nieren, ja met zijn hele lijf. Een tijdje maakt hij zelfs furore als docent, maar ook dat is maar tijdelijk.

Stoner, in al zijn hulpeloosheid en eenzaamheid, met al zijn onvermogen om op beslissende momenten het verschil te maken – hij neemt ons al snel voor zich in. Want wie herkent zich niet in Stoner? Hij is echt een van ons. In zijn onbeduidende bestaan is hij groots – in die paradox leeft hij en hij weet het niet. Al lezende groeit de sympathie voor deze Einzelgänger die steeds onverstoorbaarder wordt en zijn eigen pad kiest. Zelden las ik existentiële eenzaamheid zo treffend en indringend verwoord in een praktisch mensenleven.

Neem de sterfscène aan het eind van het boek. Toegegeven, niemand van ons is ervaringsdeskundige dus waar hebben we het over? Maar het is zo mooi, zo (bijna) herkenbaar geschreven en prachtig verbeeld.

John Williams, potdikkie, wat kan die man schrijven! Prachtig die passage waarin Stoners collega Lomax allerlei verdachtmakingen in de richting van Stoner uitspreekt. Mooi ook de passage waarin student Walker reflecteert op de betekenis van literatuur, magnifiek de passage waarin Stoner en zijn geliefde weten dat hun relatie noodgedwongen eindigend is.

Genoeg loftuitingen. Ga maar lekker lezen.

Share