Onze meest bekende dichter van kerkliederen (de ‘Nederlandse paus’) Huub Oosterhuis schreef een prachtig lied voor dochter Trijntje, Ken je mij, wie ken je dan? Trijntje zingt het lied heel mooi op deze clip. Echt mooi.
Op de site van PKN Didam staat de liedtekst naast die van psalm 139 waarop de tekst is geinspireerd.
In mijn beleving is het een heel mystiek lied – echt een lied van Huub over zijn geloofservaring. Oosterhuis sluit aan bij de traditie van de middeleeuwse mystici waarin de relatie tussen de mysticus en God een hoge mate van intimiteit kent, die onder meer tot uitdrukking komt in de benoeming van God als ‘jij’ en als een geliefde.
Er is ook een prachtige versie, gezongen door Marc-Marie Huijbregts. En ja, als ik Marc-Marie hoor, dan klinkt daarin voor mij de verwondering door van de gelovige die zich door God volledig aanvaard weet. Dat gevoel dat je tegenover God niets op hoeft te houden, dat je helemaal mag zijn wie je bent, ‘naakt’, ook voor jezelf en dat je je dan te allen tijde (inderdaad) aanvaard mag weten – dat gevoel dat tegelijk een gevoel van geborgenheid is, ja dat klinkt echt door in de manier waarop Marc-Marie het zingt.
En terwijl ik dit opschrijf, moet ik denken aan Anselm Grun, de priester die veel en heel toegankelijk publiceert over spiritualiteit, over het verbinden van je overtuiging met je praktische levenswijze, vaak ook over onderwerpen als management en leiderschap. Ook hij benadrukt het vaak dat gekend zijn en geborgenheid in elkaars verlengde liggen.
Als ik boeken van Anselm Grun lees, dan heb ik eenzelfde ervaring als ik in retraite ben ik het klooster in Megen bij de zusters Clarissen. Hoe zal ik het zeggen, ik doe daar de voordeur achter me dicht, ben binnen, ga naar de kamer die voor mij is gereserveerd en terwijl ik de trap naar boven bestijg, verdampen al de voornemens waarmee ik enkele minuten daarvoor op de stoep stond en aan de bel trok om binnengelaten te worden. Andere taal, een andere weging van woorden, dingen die belangrijk lijken buiten, zijn dat binnen niet. De toewijding, de sereniteit, de aandacht voor wat zich concreet voordoet. Ook al ben ik buitenstaander, ik voel me dan onmiddellijk (weer) opgenomen.
Dit soort contrastervaringen: ze zijn buitengewoon heilzaam en helend. Ik zou ze niet willen missen.
In de mystiek gaat het vooral om: Ken ik mijzelf, en wie ben ik dan?
Het leven is een ontdekkingstocht, waarin je de mogelijkheid krijgt om jezelf te leren kennen, zoals Hij je kent.
En je hebt natuurlijk helemaal gelijk als je schrijft “dat je helemaal zijn mag wie je bent, ‘naakt’ ook voor jezelf”. Het gaat mijn inziens vooral om het laatst genoemde!!
En als je – in die naaktheid – ook nog de Christus in jezelf weet te ontdekken, dan weet je dat je een gezegend mens bent, en de genade van God hebt ontvangen.
Om je tot die naaktheid te brengen, daar heeft onze Schepper zo zijn methoden voor. Dat gaat is fases, zoals in dit YouTube filmpje wordt getoond.
Ik wil hem je daarom niet onthouden.
https://youtu.be/ojFUj0Kc3_s