Nooit eerder zag ik zoveel verschillende lichamelijke en geestelijke aandoeningen bij elkaar als tijdens de marathon van Dublin in oktober 2017. Geprint op veelkleurige shirtjes kwamen ze voorbij. Allemaal met als strekking: ‘ik loop voor…’ gevolgd door de naam van een akelige ziekte of aandoening waarvan de bestrijding wel wat financiële steun kan gebruiken. De befaamde Roparun is er zelfs omheen georganiseerd. Hardlopen en tegelijk een goed, veelal medisch doel steunen, is in. Is daar niet aan meedoen een vorm van egoïsme?
Grote verschillen
Het is zeker geen monopolie van hardlopers, denk maar aan mooie acties van wielrenners als Alpe d’ HuZes. De recreatieve sportbeoefenaars en de goededoelenorganisaties hebben elkaar gevonden. Voor zolang als het duurt? Met andere woorden, is het een hype of wordt dit een blijvertje? De tijd zal het leren. Het is in elk geval een handige zet van de goededoelenclubs, al zijn het er nu wel erg veel die allemaal hetzelfde doen…..
Wat zich in de recreatieve sport voordoet, is min of meer het omgekeerde van de situatie in de geprofessionaliseerde takken van sport. Daar halen de sporters geen geld op voor anderen maar sluiten clubs of teams grote sponsorcontracten af om waardevolle sporters binnen te halen. Of om ze te houden. De verschillen tussen allerlei takken van sport zijn daarbij enorm. Commerciële belangen maken hier de dienst uit. De grote stadsmarathons zoals Rotterdam, Berlijn, New York hebben er op hun manier ook mee te maken. Wat een werelden van verschil! Interessant lijkt me de vraag: corresponderen deze verschillen met het type sporter dat er door wordt aangetrokken?
Persoonlijk
Zelf ben ik als recreatieve loper niet zo van deze manier van ‘geld ophalen’. Het is niets voor mij om allerlei mensen in mijn omgeving te benaderen met de vraag hoeveel ze over hebben voor een goed doel als ik een bepaalde marathon loop. Ook al vraag ik dan niets voor mezelf maar voor een ander, het ligt me niet. En laat duidelijk zijn: ik heb het hier uitsluitend over mezelf en dus niet over anderen. Ik neem waar dat veel lopers deze weg met veel enthousiasme bewandelen; ik bewonder dat en respecteer dit dus volledig.
Waar ik ook regelmatig mee te maken heb, is dat je met de post een kadootje krijgt (een balpen bijvoorbeeld) met een verzoek om een donatie. Zo wordt er onmiddellijk een ongelijke verhouding gecreëerd: ik heb wat gekregen dus nu kan het niet anders of ik moet ook wat terugdoen, al was het maar bij wijze van vergoeding van de kosten die voor het kanootje werden gemaakt. Er wordt aldus doende geappelleerd aan mijn gevoel van en wens om gelijkwaardigheid. Deze kan ik vervolgens zelf realiseren door positief te reageren op het donatieverzoek.
Ik houd ook niet van deze vorm van fondswerving. Als mensen een goed doel willen steunen dan doen ze dat uit zichzelf. Zo doe ik dat zelf ook. Gevolg geven aan mijn verzoek om een ‘sportieve donatie’ lijkt meer op: mij niet willen teleurstellen.
Egoïsme?
Is deze terughoudendheid van mijn kant op te vatten als een tekort? Als onsportief gedrag? Als egoïsme? Op deze laatste vraag kom ik graag straks nog terug. Eerst wil ik melding maken van wat ik dan wèl doe ‘voor een ander’ – wie dat dan ook moge zijn. Sinds kort plog ik.
Ploggen
Op 4 februari 2018 maakte ik namelijk mijn debuut als ‘plogger’. Het woord is nog zo nieuw dat de spellingcorrectie er telkens ‘blogger’ van wil maken. Ik las er deze week voor het eerst over als nieuwste trend afkomstig uit Zweden, maar ik begreep dat in 2013 de Haarlemse Brigitte Pulsen al eens een poging had gedaan om het ‘troep trimmen’, want dat is het, populair te maken. De formule is eenvoudig: voor je op pad gaat om je rondje te hollen neem je een tas of vuilniszak mee en wat je op je route aan rotzooi tegenkomt, stop je daar in. Zo draag je bij aan een schone omgeving. Ploggen = hardlopen en zwerfafval opruimen. (En dus niet ‘ploggen’ als een variant in het rijtje van ‘bloggen, vloggen, ploggen,’ dat ook bestaat.)
Gewapend met een plastic tas van sauna De Zwaluwhoeve (wil die mij misschien sponsoren met een stapeltje tasjes??) begon ik aan een rondje van 9 kilometer, van Voorschoten langs het spoor naar Leidschendam en via de Veurseweg weer terug. Na 6 kilometer was de tas al flink gevuld en brak het hengsel. De opbrengst was zeer divers: talloze papieren zakdoekjes, blikjes, petflesjes, lege verpakkingen van sigaretten en shag, nog veel restanten van het vuurwerk van de jaarwisseling – dat soort dingen. Geen zware dingen dus, maar wel troep. Ik heb de weg vervolgd met de tas onder de arm want ik wilde er wel een foto van maken. Vooral langs de provinciale weg was er veel te vinden….Natuurlijk had ik de tas onderweg ergens in een container kunnen legen om het ploggen voort te zetten.
Altruïsme zonder egoïsme?
Terug naar de vraag van het egoïsme en mijn ingebakken weerstand tegen ‘lopen voor een goed doel’. Ik heb wat gegoogeld en gemerkt dat ‘egoïsme’ in tegenstelling wordt gebracht met ‘altruïsme’, een begrip dat door de 19de eeuwse filosoof Auguste Comte in roulatie is gebracht. Als ik vervolgens naar de verschillende betekenissen van deze begrippen kijk, dan valt me op dat ze worden geïnterpreteerd vanuit de biologie, i.c. de evolutietheorie. Het gaat dan om de vraag welk gedrag het meest effectief bijdraagt aan het behoud van de soort. Als dit de primaire context is waarin egoïsme (en in het verlengde daarvan altruïsme) hun betekenis krijgen, roept dat de vraag op of we de fondswerving van de goededoelenorganisaties ook moeten opvatten als schakels in de evolutie van de mens: hebben we het bij fondswerving voor hartonderzoek en MS uiteindelijk ook over ‘het behoud van de soort’? Ik denk niet dat we er zo naar moeten kijken. Feitelijk doen we dat ook niet. Als parallel kan ik hier het nationale donordebat noemen dat op dit moment zijn voltooiing nadert en waarin het wel over individuele levens gaat maar niet om zoiets groots als ‘het behoud van de soort’. Laten we het daarom klein houden.
Als ik hardloop en daarbij geld ophaal voor een goed, medisch doel, dan heeft alleen dat fonds baat bij mijn activiteit, ik zelf niet. Ik zie er in principe geen cent van; ik weet dat van tevoren en ik vind dat ook prima, want het was me daar immers niet om te doen. Mijn activiteit van het hardlopen als hardlopen wordt daar ook niet anders van. In verreweg de meeste gevallen zullen de lopers die dit doen, ook meedoen aan de wedstrijd als ze niet waren benaderd om dat doel te steunen. Ik neem even de Roparun en de Alpe d’HuZes apart, want die activiteiten zijn specifiek op fondswerving afgestemd. En daar zijn er nog een paar van.
Hamvraag
Ook als ik hardloop en onderwijl de route schoon, als ik plog dus, hebben anderen (wandelaars, hardlopers, fietsers) daar baat bij (dat neem ik aan tenminste). Meer in het algemeen geldt dit ook voor het milieu als zodanig al klinkt me dat wel erg ver weg in de oren. En natuurlijk heb ikzelf er baat bij omdat ik me dan minder hoef te storen aan de troep langs de weg.
In de eerste situatie (sponsorloop) zie ik dus geen persoonlijke baat, in de tweede situatie (‘ploggen’) wel. Wat niet wegneemt dat je in beide situaties als hardloper ‘een goed gevoel’ over kunt houden van je acties. ‘Toch maar weer gedaan’. Zoiets. Mag altruïsme vergezeld gaan van zo’n lichte vorm van egoïsme?
In beide gevallen kun je als loper wel te maken hebben met waardering van de omgeving: bij de fondswerving blijkens een bedankje van het fonds waar je voor liep en van je persoonlijke sponsoren. Bij het ploggen verliep dit anders kan de waardering komen door incidentele complimenten onderweg van andere weggebruikers (zoals me tijdens het debuut als plogger overkwam). Is het jou/mij als loper vanuit egoïstische motieven (speculeren op ‘aaien over je bol’) om deze waardering van de omgeving te doen?
Ligt het antwoord op deze vraag misschien besloten in jouw/mijn reactie op het eventueel uitblijven van positieve, waarderende woorden?
Voor mij is het antwoord op deze hamvraag wel duidelijk: voorlopig blijf ik regelmatig ploggen!