Van half januari tot half februari maakten wij een trektocht door Sri Lanka. Als echte backpackers reisden we op allerlei manieren door het land. We waren daarin niet de enigen. De belangstelling voor dit land neemt toe en dat is begrijpelijk want het land heeft veel te bieden en dat tegen relatief lage kosten. Zelf haalden we onze informatie uit Lonely planet, de Ontdek reisgids van de ANWB en van allerlei reissites (1). Anders dan in deze reissites ga ik in dit blog geen beschrijving geven van onze reisroute. Ook zult u geen informatie lezen over toeristische highlights die je ‘beslist niet mag missen’. (Wij hebben er enkele keren bewust voor gekozen die juist wel te missen om daardoor tijd te hebben voor minder bekende en minder drukke maar evengoed mooie plekken). Neen, in dit blog wil ik dingen noemen die opvielen omdat ze anders zijn dan bij ons.
We zijn nooit naar China of Japan geweest en ook niet naar Thailand, Vietnam of de Filipijnen, maar wel naar India, Nepal, Maleisië en Indonesië. (Singapore is een heel ander verhaal). Sri Lanka heeft veel met die landen gemeen: een grote informele economie, grote inkomensverschillen, een matige infrastructuur, een vervuilde publieke ruimte, en een veelheid aan religieuze uitingen in diezelfde publieke ruimte. Een aantal dingen die ik zal noemen zijn dus niet typisch voor Sri Lanka. Je ziet ze ook in andere Aziatische landen.
Vervoer
Sri Lanka is heel goed te bereizen met het openbaar vervoer. Er is een spoorwegnet, er rijden verschillende soorten bussen binnen grote plaatsen en tussen steden en dorpen. En er zijn de vele tuktuks die je voor weinig geld naar je bestemming brengen. Ook treinen zijn spotgoedkoop maar helaas vaak overvol. Het overkwam ons dat we een trein moesten overslaan omdat we er echt niet meer bij konden en daardoor zeker twee uur moesten wachten op de volgende trein. En dat overvolle geldt niet alleen voor de (goedkoopste) derde klasse maar ook voor de tweede klasse. Reserveren van een plaats in de tweede klasse is maar in een beperkt aantal plaatsen mogelijk. Tot zover informatie die in elke reisgids te vinden is.
Maar nu de beleving.
Voor wie niet eerder van een tuktuk gebruik maakte, is het misschien goed om te weten dat de chauffeurs houden van een hoog tempo waarbij een weg met twee banen in de regel bereden wordt als een driebaansweg. De ‘middenbaan’ is een inhaalbaan die door beide richtingen gebruikt wordt. Je ziet dus constant tegenliggers op je afkomen. Er wordt veel getoeterd en meestal ….. gaat het goed. We waren eerder in de grote steden van India en als je daar geweest bent, dan is Colombo een dorp.
Tuktuks hebben allemaal dezelfde vorm. Er zijn wel verschillen in kleur en staat van onderhoud, maar anders dan bij auto’s zie je geen verschillende merken en groottes.
Over de prijs van de rit moet je tevoren onderhandelen. De chauffeur zet altijd te hoog in – vaak kan er een derde tot de helft af. Tip: vraag tevoren in je hotel, guesthouse of hostel wat een normaal tarief is.
Voor het vervoer binnen en tussen de steden maakten we vaak gebruik van de goedkoopste bussen. Dit zijn oude rammelkasten die elke luxe ontberen. De stoeltjes zijn smal. De bussen zijn uitgerust met een tweezitter en een driezitter naast elkaar (waar we bij ons twee tweezitters gewend zijn op dezelfde breedte). Degene die op de driezitter het dichts bij het gangpad zit, loopt kans te moeten balanceren op één bil. Niet alleen treinen, ook bussen raken tijdens de rit overvol. Het is daarom handig om op een eind-/beginpunt van een lijn in te stappen, dus op een busterminal en niet langs de weg. Eventueel laat je je met een tuktuk naar de terminal vervoeren. Veel bussen vertrekken na een eindstop van 10-15 minuten weer. Op lange trajecten maken ze een tussenstop bij een eethuisje op de route en is er tijd voor de reizigers om wat eten of drinken te kopen. En vervolgens scheuren ze weer verder want ook hier ligt het tempo hoog.
Voor als je tijdens de route wilt instappen (dus bij een busstopplaats): je kunt voor èn achter instappen en direct gaan zitten. Er komt een kaartjesverkoper langs die je vraagt wat je bestemming is en die je dan vertelt wat de prijs is. Kijk niet raar op als de prijs van de terugrit verschilt van die van de rit heen.
En echt, zowel het lokale als het interlokale busvervoer is supergoedkoop (75 eurocent voor een tocht van twee uur is niet ongebruikelijk). Als je met groot geld betaalt, is er kans dat de kaartjesverkoper niet kan wisselen. Je krijgt dan een soort tegoedbon die hij in de loop van de rit weer met je ruilt voor geld.
Er zijn ook ‘luxere’ (inderdaad, de aanhalingstekens staan er niet voor niets) bussen die van buiten prachtig beschilderd zijn en uitgerust met airco. En er zijn ook kleinere, echt luxe bussen met fijne stoelen en airco en met reserveklapstoelen in het tussenpad.
Onderweg hoef je je niet te vervelen: er is altijd muziek die rondschalt en soms een televisie met een Bollywood-film of muziekclips.
Verder stappen verkopers op de terminals of tussen twee haltes binnen om hun waren te verkopen. Dit gebeurt in zowel de bus als de trein. We zagen verkopers van gekoeld water, van mandarijnen, zakjes pinda’s, kleurboeken, krasloten, snacks (rolls, samosa), ananas,…. En er wordt nog aardig verkocht ook!
Een grappige ervaring was dat we in de trein verse pinda’s kochten en twee bekertjes chai, samen LKR 500 (circa € 2,50). We betaalden met een biljet van LKR 1000 (€ 5,00) en vroegen de verkoper of hij kon wisselen. Ja dat kon. Hij stopte ons twee rolls in de hand en weg was hij. Deze teruggave in natura stond totaal niet in verhouding maar grappig was het wel.
Het viel ons op dat de goedkoopte bussen weinig door westerse backpackers worden gebruikt. Zo logeerden wij een paar nachten in een buitenwijk van Colombo. Om naar het centrum te komen, moesten we bus 100 hebben. Die namen we een paar keer en geen enkele maal waren er andere westerlingen in de bus.
Om de goede bus te vinden is het in Colombo wel even zoeken. Je hebt er namelijk drie verschillende busterminals. Vraag het gewoon – mensen helpen je graag.
Als je tijdens de rit wilt weten waar je bent, kijk dan op de borden op de winkels langs de weg. Vaak staat er een adres op. Aan de omroepen van de kaartjesverkoper heb je niet veel – knap als je die verstaat.
Nog even terug naar het spoor: dit blijkt een uitstekende plek te zijn om rechtstreeks naar je bestemming te wandelen of om met je vrienden cricket te spelen 😉
Dieren
Overal in Sri Lanka kom je honden tegen. Het wemelt er van. En het grappig is: ze zijn allemaal even groot en hebben vaak dezelfde lichtbruine kleur. We hebben de indruk dat de honden van niemand zijn. Zo lopen langs de wegen, ook langs drukke wegen, ze liggen overal te slapen en hoe ze aan de kost komen – geen idee. Ze zijn vooral geïnteresseerd in elkaar en niet in mensen. Ze kunnen het op alle tijden van de dag op een blaffen zetten en worden daarin nooit ‘gecorrigeerd’ door mensen.
Aan de westkust zagen we veel ezels die langs de weg hun kostje bij elkaar schraapten. Ik begreep dat de ezels een overblijfsel zijn van de Portugese koloniale periode. Ik hoorde van iemand dat de ezels van niemand zijn. Op een ochtend lag er in Kalpitiya een dood langs de kant van de weg. Toen ik de volgende dag langs hetzelfde punt fietste was er een zwarte plek. Ik vermoed dat lokale inwoners de ezel ’s nachts gecremeerd hebben.
Het meer van Kandy zit barstensvol vis die niet mag worden gevangen. Ik zag er een varaan.
Sri Lanka heeft dezelfde soorten zilverreigers als in Nederland leven: de grote, de middelste en de kleine en daarnaast de koereiger, de allerkleinste. Vooral die laatste zie je heel erg veel. Je komt ze overal tegen zoals in de rijstvelden en in elk geval altijd in de omgeving van runderen.
In het wildpark dat we bezochten voor een safari zagen we een adelaar die een zilverreiger te pakken had en die meenam naar een boom. Fascinerend gezicht!
Komen we in ons land regelmatig blauwe reigers en ooievaars tegen op lantaarnpalen langs de snelweg, in Colombo zagen we pelikanen die van deze hoogte het gekrioel onder zich observeerden.
Nog even over safari’s door natuurparken – we hoorden dat deze in sommige parken uit de hand beginnen te lopen: te veel jeeps die in colonne rijden en acties van locals om bepaalde dieren zoals het luipaard in de richting van de jeeps te drijven. Lijkt me niet de bedoeling. Om een vergelijkbare reden hebben we afgezien van een boottocht om walvissen te observeren…
Andere vogels die je gemakkelijk tegenkomt en prachtig zijn om te zien, zijn de bijeneter, de ijsvogel en de wielewaal. Sri Lanka is een paradijs voor vogelaars. We ontmoetten een Engelse vogelaar die ze allemaal wilde ‘scoren’ en inmiddels boven de 200 soorten zat. Hij moest er nog drie of vier….
Op heel veel plekken kom je apen tegen. Schattige beestjes maar ook hondsbrutaal. Verberg waardevolle spullen en etenswaren en maak vooral geen oogcontact.
Op allerlei Nederlandse stations is de laatste jaren een piano te vinden, in Matara zagen we aquaria.
Lichaamstaal
Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. En als je in Frankrijk geboren en woonachtig bent, dan is de kans groot dat je heel veel typische Franse lichaamstaal bezigt. Wij hadden een paar keer contact met een Fransman en het was een plezier om zijn lichaamstaal te observeren.
Sri Lankanen hebben ook (voor mij nieuwe) taaltekens van het lichaam. Als je een vraag stelt waarop het antwoord ja of nee kan zijn dan zie je geen ja-knikken of neen-schudden maar een hoofdbeweging die iets heeft van een ronde draaiing. Ik heb begrepen dat dit ‘ja’ betekent.
Sri Lankanen schuwen lichamelijk contact met vreemden niet. In bussen en treinen valt daar ook niet aan te ontkomen. Maar kijk er niet van op als in de bus een Sri Lankaan naast je zijn hoofd op jouw schouder legt terwijl hij zijn nachtrust uitbreidt.
Sri Lanka behoorde tijdens de koloniale periode laatstelijk tot het Engelse koninkrijk. Dat is nog goed zichtbaar aan allerlei gebouwen zoals het Queens Hotel in Kandy. Wat de Sri Lankanen niet overgenomen hebben is in de rij gaan staan en wachten tot je aan de beurt bent om in te stappen of je bestelling te doen. Hetzelfde zagen we trouwens in India en, opvallend, veel minder in Nepal.
Overigens wil het gevoel voor een juiste schatting van een afstand (bijvoorbeeld tot je guesthouse) bij menig Sri Lankaan tekort schieten. 500 meter is dan 2 kilometer of zo.
Eten en drinken
Als je na een lange reisdag uitziet naar een lekker koud biertje, houd er dan rekening mee dat je wel eens teleurgesteld uit zou kunnen komen. Lokale hotelletjes en guesthouses en ook lokale eettentjes hebben in de regel gen alcoholische dranken in de aanbieding. De luxere gelegenheden wel, of zijn bereid om meegenomen dranken in de koelkast te plaatsen. Om wat mee te kunnen nemen moet je je als toerist naar een ‘bar’ of ‘winestore’ begeven. Iedereen kan je er de weg naartoe wijzen want deze ‘bars’ doen vaak goede zaken, niet zozeer met toeristen als wel met locals. Een ‘bar’ is geen gelegenheid waar je lekker op een kruk kunt hangen, starend naar je Lion of Tiger Lager maar een verkooploket voor alle soorten alcoholica.
Lokale gerechten eten doe je met je rechterhand! Die breng je dan naar je mond en je legt het eten op de uitgestoken tong. (Je linkerhand is voor sanitair gebruik – geldt dit alleen voor hindoes?) Bestek ontbreekt vaak. Er is een kraan waar je je handen kunt wassen. Lokale eettentjes zijn beslist aan te raden: uitstekende maaltijd voor heel weinig geld.
Lig je lekker op je bed in je hostel, hoor je opeens de melodie van Für Elise. Weet dan dat dat de bakker is, nou ja, een tuktuk moet allerlei broodsoorten die rondrijdt. Handig voor als je zelf voor je ontbijt moet zorgen. Hetzelfde melodietje hoor je in heel Sri Lanka.
O ja, als je op een eetgelegenheid de aanduiding ‘hotel’ ziet staan, vraag dan niet naar een kamer. Die hebben ze niet. Ze doen uitsluitend in eten en drinken.
Tot slot
In het voorgaande staan onze ervaringen – het gaat om dingen die ons opvielen. We hebben ervan genoten. Het is een mooi en gevarieerd land met aardige en behulpzame mensen. Het land ademt een relaxte sfeer.
Misschien hebt u als lezer van dit blog andere ervaringen. Aarzel niet om deze hier weer te geven of te verwijzen naar een (eigen?) site. Alvast bedankt!
(1) Sites die we raadpleegden:
Hi pap, mooi om over jullie Sri Lanka ervaring te lezen! Wat zijn jullie toch wereldreizigers!
Dag Harm,
Wat leuk om te lezen.
Wij gaan komende zomer naar Sri Lanka.
We zijn nog nieuwsgieriger.
Hartelijke groet,
Wim Deerenberg