Het is vijf dagen later en ik ben 6.500 woorden lichter. Dat lijkt misschien veel maar op een bestand van aanvankelijk 76.500 woorden is dat nog geen 10%. Ook begin ik last te krijgen van de wet van de verminderde meeropbrengst. De snelle winst heb ik nu wel achter de rug, het komt nu aan op echte keuzes maken. Kiss your darlings dus. Ik neem er nog een dag of tien voor, dan moet het klaar zijn en kan  de kopij naar de proeflezers. Ondertussen gebeuren er wel interessante dingen met je als auteur.

Kunstgreep

Toen ik eind juni een workshop over mijn boek in wording mocht geven, maakte iemand me erop attent dat ik het woord ‘truc’ gebruikte: schrijvers van populaire managementboeken die trucjes gebruiken om bij de lezer binnen te komen of om die te overtuigen, retorische ‘kunstjes’. Dat woordgebruik suggereerde volgens een van de aanwezigen dat ik het niet zo op heb met auteurs van managementboeken. Leerzame feedback. Gisteren realiseerde ik me dat als een auteur een regel uit de ars rhetorica toepast, dat dan sprake is van een ‘kunst-greep’, maar dan zonder tussenstreepje. Dan klopt het weer wel. Grappig, dit woord ‘kunstgreep’ kreeg opeens betekenis voor me.

Werkende momenten

Dat moment van realisatie vond plaats tijdens een rondje hardlopen. Hardlopen en trouwens ook saunabezoek zijn voor mij activiteiten die buitengewoon scheppend werken. Daarom neem ik naar sauna’s altijd pen en papier mee om aantekeningen te maken. Leuk om te ontdekken ‘wat werkt’. 

Exit veel ondertitels

Populaire managementboeken hebben altijd een titel en een ondertitel. Beiden vervullen onderscheiden functies. Ik schreef daar eerder over. Daarom nam ik tijdens het schrijven van het boek beide in de tekst op. Nu ik toch moet/wil schrappen, levert dat veel extra, niet altijd functionele tekst op. Schrappen dus, die ondertitels. 

Halve marathon

Wat me intrigeert is het proces dat je al onderzoekend en schrijvend doormaakt. Je begint met lezen, veel lezen. Populaire managementboeken en studies over managementboeken. Vooral door de laatsten nam ik bepaalde interpretaties van managementboeken tot me. Aan de ene kant wil ik die heel serieus nemen, aan de andere kant zegt mijn intuïtie me dat er ruimte is voor een eigen perspectief. Maar dat was (en ben) ik nog aan het ontwikkelen. Mijn intuïtie vult dat niet voor me in, die maakt me alleen attent op een mogelijkheid. Of die mogelijkheid voldoende potentie heeft om ontwikkeld te worden hangt af van mijn eigen denkkracht, van creativiteit, van risico’s nemen, van open staan voor nieuwe informatie, van eigen oordeelsvorming.  Vooral dat laatste. Er zijn dagen dat ik hier net zo moe ben als van het lopen van een halve marathon. 

Snel en Snuffel

Een aantal keren vat ik een populair managementboek heel kort samen. Bijvoorbeeld de bestseller Wie heeft mijn kaas gepikt? met in de hoofdrol de muizen Snel en Snuffel. Kan ik dit boek, dat een voorbeeld was voor veel andere auteurs, ook bespreken zonder de samenvatting? Ja dus. Schrappen maar.

Dubbel

Ik merk dat ik een stukje over het boek 4 Managementprincipes voor gegarandeerde resultaten op twee plekken in het boek gebruik. Voor verschillende doeleinden natuurlijk en niet zonder reden, maar toch. Eenmaal schrappen dus. Zegt intussen wel iets over Covey. Toch?! Zijn Zeven eigenschappen etc. is natuurlijk alom bekend en geniet bij velen grote waardering. Maar in 4 Managementprincipes maakt hij het wel erg bont.

Antithese

Auteurs maken graag gebruik van de stijlfiguur antithese, de tegenstelling dus. Dat zal niet verwonderen. In hun boek gaat het er altijd om dat managers ergens weg moeten en ergens anders naar toe moeten. Het ‘van .. naar.. ‘-schema is dan ook erg populair. Zo ook de tegenstelling, met twee kolommentabellen om zaken lekker inzichtelijk en toegankelijk neer te zetten. Ik merk dat ik er teveel heb in de kopij en moet enkele voorbeelden schrappen. Maar het schema ‘plakker versus pakker’ en het schema ‘ontwerpbenadering versus ontwikkelbenadering’laat ik staan. 

Watzlawick

Een van de auteurs, ik zal zijn naam niet noemen, presenteert de oneliner “Je kunt niet niet communiceren” zonder verwijzing naar (voorzover mij bekend) ‘het gezicht van deze uitspraak’, Watzlawick. Ik vermoed dat het een bewuste keuze is van de auteur om deze verwijzing achterwege te laten, maar de gedachtengang erachter kan ik niet verzinnen. Schrappen maar.

Oxymoron

Matthew Steward gaat in zijn boek De Managementmythe onder meer in op een opmerking van Mintzberg over het idee van strategische planning van Ansoff: ‘De term ‘strategieplanning’ is uiteindelijk een oxymoron gebleken.’ (in The rise and fall of strategic planning samen met Robert Waterman). Ik bespreek wel de oxymoron – ook een variant van de stijlfiguur antithese en wel een heel speciale. Je combineert twee worden die elkaar uitsluiten en er ontstaat een nieuw woord met een nieuwe betekenis. Standaardvoorbeeld: Zeeland. Zelf vind ik ‘basalt’ een mooie, al is hier ook sprake van polysemie.

Share