Scrollend door mijn tijdlijn op Twitter valt me op hoeveel mensen ongenoegen ervaren, zich vervreemd voelen van de wereld waarin we leven, machteloosheid. En hoewel Twitter het afvoerputje van opgekropte woede wordt genoemd, kom ik een veel breder spectrum van reacties tegen. Naast woede zie ik berusting, verbazing, en lees ik bijtende woorden. Zijn dit de meest voorkomende reacties op dat gevoel van onmacht? In dit blog wil ik die benoemen in werkwoorden. Want werkwoorden doen hun naam eer aan. Ze verwoorden vaak haarscherp wat er gebeurt in mensen.

Hoezo vervreemding?

Laat ik beginnen met te stellen dat ik me erg herken in dat machteloze gevoel, in die vervreemding. En dat wordt steeds sterker. Het is een slepend en slopend proces. De druppel die de steen uitholt (en een lege ruimte achterlaat). 

Het bracht me eerst echt van slag toen ik dagenlang de interviews volgde over de toeslagenaffaire van de Belastingdienst. De koele blik van de bestuurskundige heeft hier ongetwijfeld iets heel bijzonders gezien, maar wie oog heeft voor de tragische kant, vraagt zich in vertwijfeling af hoe de overheid zo blind kan zijn voor de gevolgen van haar eigen handelen. Het waren dagen vol verbijstering.

Er volgden meer berichten in de media. Over burgers die vermangeld worden omdat ze niet precies binnen de strenge regeltjes vallen. Denk aan die tas met boodschappen.

De klimaatcrisis vraagt om ingrijpende maatregelen maar de urgentie lijkt nog steeds niet tot de meest verantwoordelijken in de politiek te zijn doorgedrongen. We merken er tenminste niets van. 

En dan nu het getreuzel rond de kabinetsformatie, de burger (89% dd 1 oktober 2021) is het spuugzat maar de verantwoordelijken lijken er geen enkele boodschap aan te hebben.

Ik denk aan de opportunistische beslissingen over wat in deze tijd van corona wel door mag gaan en wat niet, en aan de terechte woede van de cultuursector.

Ik denk aan de jarenlange verwaarlozing van allerlei publieke diensten en aan het ontbreken van correcties op uit de hand gelopen marktwerking (zie onder meer de situatie op de woningmarkt).

Het is niet moeilijk om dit rijtje van vertwijfelingen uit te breiden. De deken van vervreemding die over me heen is gaan liggen, lijkt met de dag dikker te worden. Mijn geloof in de politiek wordt met de dag ijler. In wat voor land leef ik?

Zelfcorrectie

Soms roep ik mezelf tot de orde. Dan herinner ik mezelf aan mijn plicht om met respect over onze democratie te spreken, over de scheiding der machten, over onze vrijheid om te kiezen wie we willen. We leven in vrijheid, vrijwel onbedreigd van geweld. We mogen de straat op als we het ergens niet mee eens zijn. We kunnen gaan en staan waar we willen. We hebben goede gezondheidsregelingen. Kortom, ik verzet me dan tegen een vrije val in dat gat van machteloosheid en vraag me af hoe anderen dat doen.

Bubbel

Misschien zit ik in de verkeerde bubbel, misschien lees ik te eenzijdig, misschien is mijn netwerk op social media te wit, te oud, te boomer-ig. Wat me vooral opvalt, is dat veel mensen hun toevlucht lijken te zoeken tot een bepaalde levenshouding uit de praktische filosofie en levenskunst. De filosofen, de psychiaters en de levenscoaches lijken in deze tijd van leeglopende kerken de zielzorg overgenomen te hebben van de dominees en de pastoors. En ironisch genoeg plant de vermaledijde diversiteit in kerkgenootschappen zich voort in de grote verscheidenheid aan stromingen in de levenskunst.

Ik denk aan de populariteit van het scepticisme (doorzie waar je wel en waar je geen invloed op hebt), aan oosterse stromingen (zie jezelf vanuit een groter geheel), aan het cynisme (dat elk verder gesprek bewust wil doodslaan), de stoïcijnse levenshouding (laat je niet beroeren). Ik zal elk van deze stromingen tekort doen met deze beknopte aanduiding; het gaat me hier vooral om de herkenning. Ik zie veel belangstelling voor Nietzsche, voor Heidegger, Kierkegaard, Hannah Arendt. 

Al deze stromingen en denkers, al deze opties om je aan te oriënteren als je de weg terugzoekt naar harmonie tussen jou en je omgeving, worden frequent genoemd, aangeraden, geciteerd, ter overdenking aangeboden, beleden. Dat zegt nog niet of ze ook daadwerkelijk gepraktizeerd worden. (Heel gemeen en slecht denkend verdenk ik sommige veelciteerders van populaire filosofen van een zeker snobisme en op social media koketteren met aansprekende namen). 

Anders gezegd, op social media verwijzen naar deze stromingen in de levenskunst zegt niets over hoe mensen (zelf) feitelijk reageren op de machteloosheid, op dat ergerlijke gevoel geen invloed te hebben op je situatie. Daarvoor is een andere indicator nodig, een ander type signaal.

Werkwoorden doen het werk

Ik blijf kijken om te zien hoe anderen dat doen, dat omgaan met vervreemding. Als ik me dan richt op concrete uitingen in kranten en op social media dan ontstaat er voor mij een realistischer (een meer met de werkelijkheid overeenkomend) beeld van ‘omgangsvormen’. Dan is het intellectualisme er even af en zie en hoor ik mensen aan hun toon en woordkeus authentiek uitdrukking geven aan hun beleving. 

We weten hoe mensen verschillend kunnen reageren op een trauma. Denk aan het rijtje fight, flight, freeze en fawn. Nu gaat het hier niet om een trauma maar om een slepend proces, een uitputtingsslag zou je kunnen zeggen.

Ik doe een poging om die authentieke uitingen te benoemen in termen die niet conceptueel zijn zoals bij stromingen; ik zoek een semantische oplossing in de werkwoorden die naar concrete gedragingen verwijzen:

Vechten: weerstand bieden, actie voeren, rechtszaken beginnen, brieven in de krant, blogs.

Afwenden, jezelf afsluiten: de boel de boel laten, op zoek gaan naar nieuwe zingevende oriëntaties.

Berusten: ‘oké, dit is het dus.’ ‘Het is (even) niet anders’.

Bijten: onheuse aantijgingen niet schuwen, scherp uitspreken dat het allemaal niets meer gaat worden, ‘hondse’ opmerkingen maken (de herkomst van het woord ‘cynisme’).

Hopen: misschien wel tegen beter weten in geloven dat het anders kan en dat blijven benoemen.

Overwinteren: ervan uitgaan en erop vertrouwen dat het weer overgaat en daarop wachten.

Zich verwonderen: ‘wat gebeurt hier?’, ‘hoe kan het dat…?’, ‘Hoe dan!?’

Schreeuwen: je laten horen, je stem verheffen, verbaal protesteren, je mening niet onder stoelen of banken verstoppen. Twitteren.

Meebewegen: oké, de situatie is wat die is, hoe nu verder? Waar kunnen we elkaar vinden? win/win zoeken.

Om bezinning vragen: door wijsheidsspreuken te verspreiden, verdieping zoeken, wijzen op belangrijke waarden.

Weglachen: de functie van humor die de ernst van situaties afhaalt.

Duiden: proberen betekenis te geven aan wat zich aan je voordoet.

Erover praten: in de hoop dat je bevestiging krijgt van je gevoelens en consensus.

Ontkennen: doen alsof het er niet is; verdringen.

Misschien is de lijst niet volledig. Eigenlijk weet ik dit wel zeker. Mensen zijn zo verschillend en bovendien reageer je zelf ook niet op elk moment op dezelfde manier maar maak je gebruik van verschillende reactiemogelijkheden. Kom daarom gerust met aanvullingen. Ik ben niet alleen erg benieuwd naar die diversiteit, ik denk ook dat het ons kan helpen om begrip voor elkaar te hebben, juist vanwege die diversiteit. Hoe verschillend ook, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. We wachten op en werken waar mogelijk aan betere tijden.

Afsluiting en vraag

Ik sluit af met de vraag aan mezelf: welk(e) werkwoord(en) is (zijn) op mijn eigen reactie op de geschetste machteloosheid van toepassing? Inderdaad, het zijn er verschillende. Ik denk: ‘hopen’, ‘erover praten’, ‘overwinteren’ en een enkele keer een (krachteloze) ‘schreeuw’. Maar dat had je natuurlijk allang geraden.

De vraag aan jou: welk(e werkwoord(en) benoemen het beste jouw reactie/jouw strategie?

Dit blog verschijnt gelijktijdig (6 september 2021) als artikel op LinkedIn.

Share