Toen ik onlangs in de kantoorboekhandel was voor een vijfjaars-dagboek (Some lines a day) zag ik ze liggen: ‘dankbaarheid dagboeken.’ Dagboeken die je uitnodigen om elke dag op te schrijven waar je dankbaar voor bent.
Dankbare gevoelens
De dag afsluiten met positieve gedachten, ook al waren er ook minder prettige dingen. Daar niet bij blijven hangen, dankbaarheid ervaren.
Je kunt dankbaar zijn voor wat je van deze of gene mocht ontvangen: een wijze raad, troost, een waardevol boek… Je kunt ook dankbaar zijn voor dingen die veel groter zijn dan dat: je gezondheid, het kunnen genieten van de natuur, de geboorte van een (klein-)kind, …

Keizer-filosoof
Toen ik jaren geleden de Persoonlijke Notities van de Romeinse keizer Marcus Aurelius (2e eeuw na Chr.) opensloeg, keek ik echt op. Deze keizer-filosoof begint zijn boek met een opsomming van personen van wie hij (over) het leven geleerd heeft. Hij begint met zijn grootvader Verus en noemt diens hoffelijkheid en gelijkmatige humeur. Daarna zijn vader om diens bescheidenheid en mannelijke vastberadenheid. En zo gaat het verder, eindigend met de goden.
Zo’n overzicht is historisch natuurlijk heel interessant. We komen iets van deze keizer en filosoof te weten uit diens eigen mond. Maar al lezend gebeurt er meer. Zijn opsomming brengt je als lezer ook bij je eigen geschiedenis. Marcus Aurelius laat zien dat je dan niet alleen aan leeftijdgenoten moet denken maar veel ruimer, ook aan je familie, je voorvaders en -moeders.
Van wie heb ik wat geleerd? Wie zijn of waren gedurende een bepaalde levensfase mijn rolmodellen? Aan wie ben ik schatplichtig voor wie ik geworden ben?

Deze vragen, en ook het ‘dankbaarheid dagboek’ vormen een hele goede correctie op het populaire misverstand dat je je eigen architect bent en dat alles wat jij bereikt of niet bereikt hebt strikt jouw eigen verdienste is. Marcus Aurelius stimuleert je dus tot bescheidenheid en tot dankbaarheid voor wat jou geschonken is. (En om het even ingewikkeld te maken: dit te kunnen denken en opschrijven is mogelijk dankzij ons denken dat ons bij onze geboorte geschonken is; het vermogen te denken zelf stemt dus al tot dankbaarheid.)
Oliver Sacks
Ook de befaamde wetenschapper Oliver Sacks (1933-2015) betoont zich aan het eind van zijn leven dankbaar voor wat hij in zijn leven mocht ontvangen. Wanneer hij hoort dat hij terminaal ziek is, schrijft hij een aantal terugblikken die gebundeld verschenen onder de titel Dankbaarheid. Sacks doet ons daarmee voor hoe je je leven idealiter afsluit.

In de tijd dat de kerken ’s zondags nog vol zaten, was het gebruikelijk om je dankbaarheid te richten tot God. Kijk maar naar geboortekaartjes uit die tijd. Vaak begonnen die met ‘Dankbaar zijn wij voor de geboorte van ….’. Met God was er een concrete gestalte in je leven aan wie je je dankbaarheid kon adresseren. Maar wat, nu God uit grote delen van de samenleving is verdwenen? Aan wie of wat moeten wij onze dankbaarheid dan kwijt? En daarbij ook de vraag: is ons gevoel van dankbaarheid ook zelf veranderd nu dat onduidelijk is geworden? Het zijn intrigerende vragen waarover de Nederlandse filosoof en oud-denker des vaderlands Paul van Tongeren een interessant boekje schreef, Dankbaar. Denken over danken na de dood van God.
Aanvaarding
Van Tongeren komt tot de voorzichtige conclusie dat als God niet meer degene is ten opzichte van wie we dankbaar zijn, er toch in elk geval sprake mag zijn van een gevoel van ontvankelijkheid of passiviteit voor wat ons toevalt. Ten goede en misschien ook wel ten kwade, al vraagt dat laatste dan wel een bijzondere en moedige aanvaarding van de broosheid van het bestaan.
Dankbaar. Denken over danken na de dood van God van Paul van Tongeren is te koop of te bestellen bij uw lokale boekhandel of bij managementboek.nl.
(Dit artikel verschijnt gelijktijdig in de Nieuwsbrief van de VOV te Voorschoten)