In een vorige bijdrage schreef ik over dankbaarheid. Over dankbaar zijn voor wat je geschonken wordt, door je naasten, door je ouders en grootouders, door God. En als je niet gelovig bent kun je toch gevuld zijn met een gevoel van dankbaarheid omdat jou iets toevalt dat zich aan jouw macht onttrekt, zoals de ‘wonder-lijke’ ervaring van de geboorte van een kind of kleinkind.

Vanzelfzwijgend

Ik noemde de Romeinse keizer-filosoof Marcus Aurelius die zijn Persoonlijke notities begint met een opsomming van personen en wat hij van die personen heeft geleerd of gezien. Zelf zo’n overzicht maken is een uitdagende opdracht die je in elk geval ervan doordringt hoe schatplichtig je bent voor waar je nu staat. Aan je omgeving: je familie, vrienden, collega’s, noem maar op. Al die dingen die jou ogenschijnlijk om niet geschonken zijn. Je hoefde alleen maar open te staan, je ontvankelijk op te stellen.

En tegelijk en niet in tegenspraak daarmee, besef ik ook regelmatig hoeveel ik nagelaten heb om van mensen in mijn omgeving te leren. Dingen die ik ‘gewoon’ nooit gedaan heb. Noem het dat ik niet nieuwsgierig genoeg ben geweest. Dingen zo vanzelfsprekend heb gevonden dat ze ‘vanzelfzwijgend’ werden. En nu kan het niet meer, helaas.

Vleeskroketten

Mijn vader was kok, eerst op Paleis het Loo, later op Soestdijk. Thuis kookte mijn moeder in de regel, uitgezonderd de keren dat er iets bijzonders te vieren viel, of als er eters kwamen. Toen hij stopte met werken nam hij het wel van mijn moeder over. Al met al heb ik hem regelmatig aan het werk heb gezien.

Als kind zag ik hem sausjes maken en heerlijke, zachte mayonaise. Ik mocht meehelpen als hij vleeskroketten rolde en paneerde. Hij zei dan dat de kostprijs ervan al hoger lag dan het kwartje dat je er in die tijd in de snackbar voor betaalde. Ik zag hem staven marsepein maken waarvan we elke dag een schijfje mochten voordat we naar school gingen. En toen onze ouders 25 jaar getrouwd waren gingen we niet naar een restaurant maar trok hij zelf alles uit de kast om voor ons iets lekkers van te maken.

Jeugd

Kasteel Oud Wassenaar (bron: wikipedia)

En toch, nu ik zelf zo goed als altijd voor het eten zorg, nu vind ik het jammer dat ik toen niet vaker naast hem ben gaan staan. Om te zien hoe hij dingen deed, om de fijne kneepjes van het vak af te kijken, om allerlei praktische dingen in je op te nemen, om hem te bevragen naar het waarom en waartoe van zijn handelingen.

Misschien had ik hem dan ook bevraagd over zijn jeugd in een groot boerengezin waarvan de vader (mijn opa dus) al jong overleed. Over de oorlog (WO II) en hoe hij als twintigjarige soldaat via België en Noord-Frankrijk naar Engeland ontkwam. Over hoe hij daar precies belandde bij Koningin Wilhelmina voor wie hij ook na de oorlog bleef werken. En hoe dat precies ging met zijn opleiding, toen in de keuken van Kasteel Oud-Wassenaar. Zelf had hij het er zelden over. Als we iets wilden weten, dan moest dat van ons als kinderen zelf komen. Maar wij waren toen met andere dingen bezig.

Wijsheid achteraf

Er zijn mensen, en oud-premier Balkenende is een van de meest prominenten, die wel eens laten blijken dat ze ‘met de kennis van nu’ bepaalde dingen niet gedaan zouden hebben. Noem het wijsheid achteraf.
Voor mij geldt het omgekeerde. ‘Met de kennis van nu’ zou ik bepaalde dingen juist wel hebben moeten doen. Helaas, ook dat is wijsheid achteraf.

Overigens, mijn nalatigheid toen tast mijn dankbaarheid nu niet aan.

(Dit artikel verschijnt ongeveer gelijktijdig in de Nieuwsbrief van de VOV te Vooschoten).

Share