Soepel beweegt de conducteur zich door het gangpad van de gammele bus die slingerend de weg omhoog gaat, de bergen in. In zijn ene hand heeft een afscheurblok met smalle stroken papier, in de andere een kniptang. We zijn op weg van Vigan naar Sagada op het Filipijnse eiland Luzon. Een tocht van 11,5 uur met één overstap.
Herkenning?

Op de smalle stroken papier staan allerlei getallen: van data, verschillende bedragen, busnummers. Noem je bestemming en hij knip er lustig op los. Zo gaat hij steeds de bus door want er wordt talloos vaak in- en uitgestapt. Achter hem ontstaat een wit spoor van minuscule grijze rondjes.
Wat we hier, tijdens onze trektocht door de Filipijnen anno 2024 zien, herkennen we natuurlijk allemaal uit onze jeugd. Toch? De knippende conducteur en diens kaartjes.
Hier, op Luzon anno 2024, geen OV-kaart, geen paaltjes om in- en uit te checken, geen toegangspoortjes. Wel verkopers die gratis twee haltes meeliften om zakjes pinda’s of pakketjes gekookte rijst te verkopen.
Fascinerend
Wat mij fascineert, is dat kaartje vol getallen en die conducteur die in de verschillende kolommen iets weg knipt. Dat is wat hij doet: iets verwijderen. Goed beschouwd een magische handeling. Door iets te laten verdwijnen voegt hij iets toe: specifieke informatie over precies de rit die wij maken: de datum, het busnummer, de prijs die wij daarvoor betalen. Met andere woorden, de informatie zit niet in wat er is maar in wat er níet meer is. Die specifieke gegevens over onze rit (in moderne woorden: ons gepersonaliseerde kaartje) bestaat uit gaatjes. Door iets te laten verdwijnen, ontstaat er iets.
Waar kennen we dat ook alweer van?
Ponskaart
In december 1969 was ik net 18 jaar oud en zat ik in de vijfde klas van de HBS. Het volgende schooljaar zou ik gaan studeren. Om alvast een studiebeurs aan te vragen moest je een girorekening hebben. En dus viel er die maand een grote envelop van de Postcheque- en Girodienst op de deurmat. In die envelop twee boekjes met stevige, blauwe kaarten met voorgeponste informatie en enkele gratis enveloppen voor het eveneens gratis verzenden van overschrijvingskaarten. Het hele betalingsverkeer verliep via dit soort kaarten. Kaarten met gaatjes op allerlei plekken: fysieke, tastbare ruimtes die door hun leegte juist betekenis krijgen.
Zandloper
En nu we toch bezig zijn, wat te denken van de zandloper? Twee trechtertjes die in tegengestelde richting met elkaar verbonden zijn? En hoe ziet die verbinding eruit? Precies: door een gat, of beter: een gaatje. Door dat gaatje gehoorzamen minuscule zandkorreltjes aan de wet van de zwaartekracht. In een gestaag tempo vallen ze naar beneden. Het fascinerend aan die zandloper is dat het de verbinding is die de informatie bepaalt. Immers, de grootte van het gaatje bepaalt de snelheid van de doorstroom en die snelheid loopt synchroon met de tijd op een gewone klok, zodat de zandloper ons een seintje geeft als ons eitje vijf minuten heeft gekookt.

Digitaal
Wij mensen, we schrijven boeken vol dingen die belangrijk zijn om te weten. We bundelen ons weten in handboeken en encyclopedieën, nu vooral digitaal (Startpagina’s op internet en Wikipedia). We digitaliseren waar mogelijk. Ook die digitalisering van informatie is een fascinerend verschijnsel, want wat gebeurt er precies als we dat doen?
Vraag
Het ouderwetse buskaartje, de ponskaart, en in het verlengde daarvan ook de ‘muziekboeken’ voor draaiorgels, de zandloper: de informatie zit in wat er niet meer is. Zo zullen er meer voorbeelden te geven zijn. Hebt u ook voorbeelden van informatie die ‘er is door er niet te zijn’? Ik hoor ze graag van u. Mail naar harmklifman@hotmail.com.
(Dit blog verschijnt gelijktijdig in de Nieuwsbrief van de VOV te Voorschoten)