De deskundoloog weet alles over niets. Hij of zij overlaadt je met kennis die jij nog niet wist. Soms is dat veel teveel (’pffff!’), soms volstrekt onnuttig (‘wat moet ik hiermee?’), soms vervreemdend (‘wil ik dit wel?’).
De deskundoloog kent geen reserves. Hij of zij loopt bij elke goede gelegenheid compleet leeg. En de waarheid doet er niet toe.
Ons weten
Als we alle hilariteit hierover even achter ons laten, rijst wel de vraag: wat weten we eigenlijk van de wereld om ons heen en van onszelf? Waar is dat persoonlijke weten op gebaseerd? Wat is zekere kennis? Wat wordt gepresenteerd als zekere kennis maar is dat niet? En, vervelender en schadelijker, wat is ronduit desinformatie, onzin, leugen?
Ons niet weten

(bron: wikipedia)
De voormalige Amerikaanse minister van defensie, Donald Rumsfeld zei eens: ‘Er zijn dingen waarvan we weten dat we ze weten. Er zijn ook dingen waarvan we weten dat we ze niet weten. En er zijn dingen waarvan we niet weten dat we ze niet weten.’
Deze drieslag intrigeert me.
De eerste vorm van weten is alledaags. Onze huisdokter past die kennis dagelijks toe. Wijzelf natuurlijk ook: te dicht bij het vuur leidt tot brandwonden.
De tweede vorm van weten (weten dat je dingen niet weet) is in feite ook alledaags. Of morgen de zon weer opkomt weten we niet echt; we kunnen er wel op rekenen. Meer algemeen: deze vorm van niet-weten ligt aan de basis van elk wetenschappelijk onderzoek. Of het nu over natuurwetenschap, geneeskunde of taalkunde gaat: onderzoekers zijn er op uit om de gaten in hun kennis verder op te vullen. Dat is ook wat alle fondswervende goede doelen ons voorhouden: we hebben al veel over kanker geleerd, maar we zijn er nog niet, dus steun ons, dan werken we de laatste hiaten weg.
De derde vorm van weten is wat mij betreft de interessantste. En tegelijk ook de lastigste. We zijn ons ervan bewust dat er dingen kunnen zijn waarvan het bestaan ons totaal ontgaat en waar we dus niets van af weten. Over het heelal bijvoorbeeld. Maar dat besef, dat bewustzijn kan ons wel in beweging zetten. Het zou zomaar kunnen dat Christoffer Columbus en zijn vrienden eind vijftiende eeuw gedreven werden door precies deze nieuwsgierigheid.
Weetnietkunde

Waar de deskundologie een schijnwetenschap is (leuk om over te stoeien) bestaat er wel degelijk een serieus kennisgebied dat ‘weetnietkunde’ wordt genoemd. En ook al lijkt dat even hilarisch, wat in dit vak aan de orde komt staat wel degelijk dicht bij onze dagelijkse ervaring.
Aan de ene kant proberen we op alle mogelijke manieren controle te houden over ons bestaan. We leven regelmatig, we eten zo gezond mogelijk, we proberen goed te bewegen, we zorgen dat we contacten hebben, ….
Aan de andere kant voelen we ons vaak overvallen als ons plotseling iets ernstigs overkomt. Als we geconfronteerd worden met de kwetsbaarheid van het bestaan. Eigenlijk leven we permanent in de onzekerheid dat zulke momenten zich zeker zullen aandienen. Ons bestaan is een spannend bestaan.
Verrassen
De weetnietkunde vindt precies hier het vertrekpunt: hoe kunnen we als mensen ontspannen omgaan met die spanning tussen het bekende en het onbekende, het gecontroleerde en het onverwachte, het vertrouwde en dat wat daarop inbreekt? Dan springen woorden op als loslaten, omdenken, omarmen, de werkelijkheid beamen. Best verstandige inzichten.
Laat ik één tip geven (ook aan mezelf!): laat je vaker verrassen, treed het onbekende onbevangen en onbevooroordeeld tegemoet.
Het is een tip die aansluit bij een bescheiden persoonlijke ‘levenservaring’: het loopt toch altijd anders.
(Dit blog verschijnt geijktijdig als column in de Nieuwsbrief van de VOV te Voorschoten)




