‘Een marathon lopen is als het lezen van een goed boek. Na een tijdje weet je niet meer dat je het doet.’ Was getekend, Frank Shorter, Amerikaans langeafstandloper. Een stevige uitspraak! Je kunt die alleen doen als je op beide vlakken ervaring hebt.
Lopen als lezen

In de periode dat ik zelf begon met hardlopen, was Frank Shorter op zijn hoogtepunt. Hij behaalde heel veel prijzen, zowel op de 10.000 meter als op de marathon. Echt een heel succesvolle loper! (Even voor de niet-lopers onder u: hardlopers hebben het nooit over hardlopen maar altijd over lopen. Wat u onder lopen verstaat is voor hardlopers wandelen, kuieren of slenteren. Maar leest u gerust door).
Smaakte naar meer
Zelf liep ik mijn eerste marathon in 2002, ik was toen 50. Die eerste, in Leiden, was een geweldige ervaring. Ik had me goed voorbereid maar evengoed weet je niet waar je aan begint. Met tranen in de ogen ging ik over de finish. Dat dit me gelukt was! Het smaakte gelijk naar meer.
In de jaren die volgden, nam het aantal marathons per jaar geleidelijk toe tot een maximum van zeven stuks in 2006. De laatste, de 33ste, was in 2017.
De een ging gemakkelijker dan de andere. Soms kwam ik fluitend over de finish en stond ik ’s avonds in de keuken lekker te kokkerellen voor het gezin. Andere keren kostte het meer moeite. Een enkele keer snakte ik werkelijk naar de finishstreep terwijl ik pas halverwege was. ‘Uitgestapt’ (zoals dat heet) ben ik nooit.
Recreant
Terug naar Frank Shorter, een echte wedstrijdatleet, een professional. Wedstrijdatleten trainen soms wel 200 kilometer in de week. Ik was maar een eenvoudige recreant met maximaal zo’n 70 kilometer in de week. Heb ik in die jaren dezelfde ervaring opgedaan als Frank Shorter: zo gemakkelijk te kunnen lopen dat je er niet eens meer bij stilstaat dat je het doet? Nee dus, dat niet; daarvoor is mijn loopervaring te divers.
Verdwijnen

Met boeken heb ik dat flow-gevoel zeker wel. Een lekker boek – daar kun je helemaal in verdwijnen. De wereld om je heen bestaat dan niet meer. Je leeft in de wereld van de verbeelding die de auteur van het boek je voorschotelt.
In de jaren dat Shorter furore maakte, verdween ik in Van de koele meren des doods van Frederik van Eeden en in Een mens van goede wil van Gerard Walschap en in diens Houtekiet.
Van sommige auteurs, zoals Walschap, Gijsen en Lampo las ik toen alles achter elkaar, hun hele oeuvre. Zo ook van Bashevis Singer, Jerzy Kosinski, Chaim Potok en anderen.
Lezen als lopen
Mijn beleving van het lezen van boeken is toch ook divers, net als mijn ervaringen met de marathon. Er zijn boeken die ik verslond en boeken waar ik niet ‘doorheen kwam’, zoals dat heet. Ik herinner me Het land van herkomst van Edgar du Perron, een dikke pil die ik voor mijn studie moest lezen.
Zelden leg ik een boek weg al word ik wel veeleisender. Als een auteur me na pakweg 50-70 pagina’s (goed dan: 100) nog niet boeit, dan constateer ik een mismatch tussen het boek en mij en laat ik het erbij. De lezer is immers de baas over zijn eigen leeservaring.
Spiegel
Ik sluit af met een even eenvoudige als leerzame wijsheid waar ik me persoonlijk graag aan spiegel: ‘Lezen is voor de geest wat beweging is voor het lichaam’. Was getekend, Sir Richard Steele (Brits schrijver en politicus 1672-1729). Van even terug, dat wel, maar nog steeds actueel, toch?
(Dit artikel verschijnt ongeveer gelijktijdig in de Nieuwsbrief van de VOV te Voorschoten)