Als ik, zoals ik dit blog, een populair managementboek door de ‘retorische mangel’ haal, dan is dat omdat zo’n boek goed te zien is als een vertoog waarvoor de retorica de basisregels verschaft. Ik doel op een klassieke redevoering, bijvoorbeeld tijdens een politieke beraadslaging, tijdens een pleidooi voor de rechters of als een lof- of lijkrede. Begrijp je me niet of bevalt het je niet? van Jaap Weijers maakt zo’n benadering heel goed mogelijk. Weijers schrijft alsof hij tegen je praat.
Voordat ik inga op retorische elementen in dit boek nog twee opmerkingen vooraf.

Een. Retorica heeft twee kanten: er is een ‘wetenschappelijke’ kant: ‘de kunst van het overtuigen’ zoekt en onderzoek retorische technieken op hun effectiviteit: wat blijkt te werken? En er is een toegepaste kant: doen wat werkt, receptuur dus, onderwijs in retorische technieken.
In deze analyse kijk ik naar de tweede kant, de toepassing van technieken.
Twee. In een retorisch vertoog wordt een positie (of propositie) verdedigd op basis van waarschijnlijkheid. Het is dus geen wetenschappelijke verhandeling die uit is op (voorlopig) zekere, bewezen kennis. Dat is ook logisch want als je voor de politieke beslissers ervoor pleit om een oorlog te beginnen, weet je niet op voorhand of die ook gunstig zal eindigen. De afloop kan alleen maar onzeker zijn. Het betekent ook dat ‘de bewijzen’ die een spreker opvoert, vaak van een andere aard dan wetenschappelijk zijn; het gaat met name om voorbeelden (‘exempla’) uit het verleden.
Buitenwerk
Titel: slim gedaan. Een vraag. Niet aan de potentiële koper persoonlijk. Wel herkenbaar als vraag van en voor de koper. Herkenning dus.
De vraagzin is op verschillende manieren te lezen. Empathisch of verwijtend bijvoorbeeld – een wereld van verschil. Je merkt dat al aan de intonatie. Probeer zelf maar eens. Die meerduidigheid vergroot de kans op herkenning en bevordert de beslissing tot aanschaf van het boek.
Ondertitel: ‘sterkere teams en betere dialogen met de 5 Interactielagen’. De potentiële koper zal die 5 Interactielagen vermoedelijk niet al kennen maar wordt wel nieuwsgierig gemaakt door de belofte die in de aanloop daarnaartoe wordt gemaakt: sterkere teams, betere dialogen. Wie wil die niet!
Over de inhoud:
Systematisch en transparant opgebouwd.
Vlot geschreven stijl.
Inhoud snel toegankelijk.
Het model ‘De 5 Interactielagen’ (let op de hoofdletters) is ontleend aan het ‘Handboek groepsdynamica’ van Jan Remmerswaal, door Weijers aangevuld met delen van de Transactionele Analyse van Eric Berne en vooral veel persoonlijke ervaringen.
Achterflap:
‘Met het vernieuwde model van de 5 Interactielagen leer je wat je kunt doen om een sterk team te bouwen en je dagelijkse dialogen te verbeteren’. Een oud model in een nieuw jasje dus.
Belofte van een boek ‘boordevol praktische inzichten en direct toepasbare werkvormen’ – bijna standaard formulering in populaire managementboeken, je moet er direct wat aan hebben, dus het moet heel praktisch zijn.
Kort over de auteur: noemen van grote bedrijven waar hij voor werkt en zijn optreden als gastdocent Nyenrode Business Universiteit. Hier wordt iemand geïntroduceerd met een beroep op verworven autoriteit.
Aanbeveling: Henk Jan Kamsteeg (eveneens bekend auteur van managementboeken) schrijft op managementboek.nl: ‘Ik wil hier direct mee aan de slag’. Als hij het al zegt …
Wat valt op?
* De omslag typeert het karakter van het boek correct: het is geschreven om onmiddellijk gebruikt te kunnen worden. Geen ingewikkelde problemen, geen complexiteit die uit de doeken wordt gedaan of inzichtelijk gemaakt. De werkelijkheid gereduceerd tot eenduidige, snel herkenbare situaties.

* Autoriteitsargument: het noemen van bekende bedrijven of wetenschappers. Al in de Inleiding wordt Max Weber genoemd, de bekende socioloog, zonder dat er iets noemenswaardig met diens denken gebeurt. Hetzelfde geldt voor Amy Edmondson op dezelfde pagina (later in het boek iets uitvoeriger besproken). Summiere referenties aan Deep Democracy van Jitske Kramer. Ik noem het ‘gevalletjes van name-dropping’ om de lezer te imponeren en belezenheid te suggereren.
* Vermijden van wetenschappelijke nuances. Neem de ‘vier basisemoties’ (‘de vier B’s: boos, blij, bang en bedroefd’, de alliteratie is bedoeld om ze goed te kunnen onthouden). Volgens Weijers zijn alle andere emoties een afgeleide van deze vier, maar onder psychologen is daar helemaal geen consensus over. Zo zijn er psychologen die ook verbazing en walging een basisemotie noemen. Weijers negeert dit.
* Gebruik van het woord ‘dialoog’ als ‘gesprek’ wordt bedoeld. Door een heel gewoon gesprek een ‘dialoog’ te noemen wordt een ‘hogere’ betekenis geopend of gesuggereerd. De lezer associeert dit ongetwijfeld met ‘de socratische dialoog’ of ‘de dialoog ‘ zoals bedoeld in het bekende boek On Dialogue van David Bohm. Nu dialoog gebruikt wordt voor gewoon een gesprek leidt dit soms tot bijna lachwekkende passages.
* Beginnen met een stevige confrontatie met de eigen realiteit en de bepaaldheid daarvan door het verleden (de eigen jeugd). Bedoeld als leermoment voor de lezer maar ook om de lezer voor de schrijver in te nemen. Een vorm van paaien, in retorische vertogen niet ongebruikelijk. ’Weijers durft zich kwetsbaar op te stellen.’ De persoonlijke situatie van de schrijver als overtuigingsmiddel.
* Opposities: bovenstroom – onderstroom, binnenwereld – buitenwereld. Dit soort opposities zijn bedoeld om heel helder te zijn, maar klopt een reductie van de werkelijkheid tot dit simpele een of het ander wel? Is de interactie die bedoeld wordt niet vel gecompliceerder dan dat? Ik verwijs in dit verband naar het boek Tussentaal van Marijke Spanjersberg.

* Opsommingen, vooral in de gedeelten over de werkvormen.
* Bekende metaforen als ‘de olifant in de kamer’, de ‘veiligheidskaart trekken’. Verder overigens opvallend weinig uitgewerkte beeldspraken.
* Bekende modellen opvoeren als SMART, KAAA, Deming Circle, ORK-methode, leerstadia Maslow.
* Geen scheiding tussen privé en werk: het script van jouw ‘binnenwereld’ is in beide sferen actief.
* Bescheiden gebruik van populaire uitdrukkingen, bij voorkeur Engelstalig: high performing team, one-voicegedrag, gehired of gefired, agree tot disagree, ways of working, fact-based, straightforward.
* Modieus gebruik van breinkennis en omkering oorzaak en gevolg: zoals in de beschrijving van hoe je een potentieel conflict oplost: ‘Om begrip voor elkaar te ontwikkelen is het veel beter om elkaar in het echt te ontmoeten, bij elkaar te zijn. Dan gaat de zogenaamde oxytocinespiegel omhoog in de lichamen en dat bevordert het sociale gedrag.’ Niet de stijging van de oxytocinespiegel bevordert sociaal gedrag maar omgekeerd, sociaal gedrag verhoogt de spiegel (anders had die verhoging van de spiegel immers nooit plaatsgehad).
Natuurlijk wordt het boek afgesloten met: De 5 Interactielagen Teamscan. Niet wetenschappelijk gevalideerd, wel handig voor een teamgesprek, aldus de auteur.
Belangrijkste kenmerk
De persoonlijke ervaring van de auteur als bron. Weijers rapporteert over legio gesprekssituaties waarin hij betrokken was en wat hij toen deed. Voorbeeldsituaties (‘exempla’) worden heel beknopt beschreven en in de regel tot een goed einde gebracht. Precies dit dus: we weten niet of de weergave correct is, we lezen niet wat de andere partij heeft ervaren, we lezen niet over het vervolg, kortom, het beloofde directe succes van het denkmodel wordt de lezer vanuit een beperkt en eenzijdig perspectief voorgeschoteld.
Zoals passend in een (retorisch) vertoog.
Jaap Weijers, Begrijp je het niet of bevalt het je niet? Sterkere teams en betere dialogen met de 5 Interactielagen. Uitgave Business Contact 2023, 2024 (tweede druk).