Vrijdag 28 juni 2019 verzorgde ik een workshop over het onderwerp van mijn boek in wording: retorica in populaire managementboeken. Ik mocht te gast zijn bij C3 Adviseurs en Managers in Leusden, een klein en deskundig bureau dat vooral actief is in de gezondheidszorg. Ik had opnieuw de ervaring dat presenteren tijdens het schrijfproces heel nuttig is. Waarom? Dat leg ik uit in dit blog.
De eerste versie van mijn boek is wel zo’n beetje klaar. Ik heb het verzamelde materiaal in 10 hoofdstukken onderverdeeld en ook binnen elk van de hoofdstukken is het materiaal al goed geordend. Op verschillende plekken heb ik een opmerking geplaatst dat daar een paragraaf nog verder uitgewerkt moet worden en er zitten met name op het filosofische deel nog een paar witte vlekken waar ik wat meer tijd voor nodig heb. Maar hoe dit zij, er zijn flinke stappen gezet, zoals dat wel genoemd wordt. Ik ben me tenminste al aan het oriënteren op de manier van uitgeven: helemaal via een uitgever of langs andere weg, zoals in eigen beheer en/of volgens ‘printing on demand’. Zeker als ik kies voor een uitgever, moet ik rekening houden met ‘dealen’ over inhoud en vormgeving. Dat merk ik dan wel. Die workshop dus, wat voegt die toe aan het schrijfproces?
Een verhaal schrijven is echt iets anders dan een verhaal vertellen. Schrijven doe je in je eentje met een denkbeeldige lezer voor ogen…. Maar vaak in eerste instantie ook niet, dan ben je alleen op de stof georiënteerd, om die goed te verwoorden. Die lezer komt in tweede instantie wel weer over de schouder meekijken, op het moment van herschrijven om te polijsten.
Iets presenteren is voor mij ook een check of ik een verhaal goed kan vertellen en dat goede vertellen is dan een check op het goede begrijpen, of beter: beheersen. Ik had al gemerkt dat als ik iemand vertel waar ik mee bezig ben in dit boek, dat ik dat dan niet alleen aan die ander uitleg maar ook aan mezelf. Ik leer van het vertellen erover. (Ik begrijp de opmerking van die ene predikant wel die zei dat als hij preekt, die preek ook tot hemzelf gericht is. Ik vermoed dat het daarbij om meer ging dan alleen begrijpen.)
Bij een presentatie is de situatie anders dan hij schrijven. Je publiek zit pal voor je – de communicatie verloopt heel direct, zeker in een klein gezelschap waar mogelijkheden zijn om onmiddellijk te reageren. De boodschap van het verhaal verdraagt veel minder of helemaal geen onnodige uitwijding. Kortom, bij de voorbereiding, tijdens het klaarmaken van de PowerpointPresentatie, is het belangrijk de statements helder te verwoorden. PPT leent zich daar goed voor. Ik heb, in lijn met mijn boek, ervoor gekozen om te betogen dat een retorische analyse van populaire managementboeken ons kan helpen te begrijpen wat er in deze boeken gebeurt en om te begrijpen waarom ze zo veel gekocht (en mogelijk gelezen) worden. Een verdiepende laag vraagt vervolgens naar de culturele achtergrond van deze verklaring. (En ja, in het achterhoofd sudderen de voorschriften uit de klassieke retorica – het gaat immers om een speech, zij het met interactie. ik houd me er niet expliciet aan maar merk dat ze op de achtergrond aanwezig zijn.)
De presentatie/workshop leverde een aantal interessant en onverwachte leermomenten en feedback op. Om met dat laatste te beginnen: een van de deelnemers vroeg na een half uur/drie kwartier wat ik zelf eigenlijk precies vind van al die populaire managementboeken. Als toelichting worden mijn woorden aangehaald waarin ik het heb over ‘retorische trucjes’. Dat zou kunnen suggereren dat ik deze boeken associeer met manipulatie. Als reactie licht ik mijn ambivalente gevoelens en oordelen bij deze boeken toe. Evaluerend leert het mij dat ik er verstandig aan doe om aan het begin van mijn presentatie daarvan melding te maken en niet halverwege, wanneer daar naar gevraagd wordt. Ik kan beter direct vertellen waar ik sta. Dat ga ik voortaan dus anders doen.
Ander leermoment: juist doordat ik de vorm heb gekozen van een workshop waarin ook gespreksvragen zijn opgenomen om het verhaal te verbinden met de persoonlijke ervaringen van de deelnemers als adviseur en/of manager, juist door deze werkvorm worden mij interessante inzichten aangereikt die anders aan mijn aandacht zouden zijn ontsnapt. En ik hoor andere woorden, beelden, metaforen – andere dan ik zelf geneigd ben om te gebruiken en die ik graag in dank aanvaard. Een mooie vind ik het idee dat populaire managementboeken helaas ‘geen bijsluiter’ meeleveren. Deze boeken bevatten in de regel een universele formule voor succes op een bepaald terrein (effectiviteit, leiderschap, komaan met weerstand, rijkdom,…), en maken maar zelden uitvoerig melding van mogelijke complicaties en ongewenste bijverschijnselen. Ook lees je niets over het gegeven dat organisaties van elkaar verschillen zoals ook allerlei sectoren van elkaar verschillen waardoor de diversiteit in de regel groter is dan de toepassing van de universeel toepasbare succesformule het doet voorkomen.
Leerzaam is ook de opmerking dat managers vast niet alleen leren uit populaire managementboeken en het bezoeken van seminars daarover. Hun mogelijkheden om zich te voeden met relevante inzichten en ervaringen zijn aanzienlijk groter. Dat speelt mee in hun waardering voor deze boeken, waaronder hun relativering van de boodschap erin. Goed om dit te beseffen. Inderdaad, voor je het weet lijd je aan blikverenging en denk je dat alles dit om een boek.
Veel populaire managementboeken gaan niet over hoe effectief bedrijfsresultaten worden bereikt (zoals bij het begin van dit genre meestal het geval was) maar over persoonlijke ontwikkeling en groei als manager. Denk aan boeken over leiderschap, over omgaan met weerstand en dat soort onderwerpen. Iemand maakte de opmerking dat die aandacht voor de individuele persoon en van die persoon voor zichzelf, wel eens te maken kon hebben met de automatisering: het feit dat je als werkende geen anoniem en vervangbaar wezen bent maar iemand met een persoonlijk e-mailadres en met persoonlijke inlogcodes op het bedrijf (en een Facebook account enzovoorts). Je bent niet langer een werknemer met een nummer, maar een uniek individu met een eigen identiteit. Dit was voor mij een geheel nieuwe associatie bij die interesse in persoonlijke ontwikkeling.
Iemand merkte op dat er veel belangstelling is voor boeken over feiten, over onomstreden waarheden. Er gaat zo verschrikkelijk veel informatie en non informatie door de digitale snelweg dat we niet langer weten wat waar is en wat niet. We zijn er in elk geval van doordrongen dat absolute waarheid niet bestaat, maar wel veel kleine waarheden. Die willen we vinden tussen alle fake news-berichten.
Voor Aristoteles, de eerste serieuze theoreticus van de retorica, was het wel duidelijk. Retorica is niet bedoeld om een ander iets op de mouw te spelden. Wat dat betreft was hij het met zijn leermeester Plato eens. Ook van een begaafd spreker, naar wie het aangenaam luisteren is, mag worden verwacht dat hij je geen appels voor citroenen verkoopt. De grote namen in de traditie van de retorica, zoals Aristoteles, Cicero en Quintilianus hebben altijd betoogd dat het morele karakter van de spreker ertoe doet, niet alleen omwille van zijn geloofwaardigheid of authenticiteit, maar gewoon, als bewijs van een hoogstaande ontwikkeling. Zijn ethos dient boven elke twijfel verheven te zijn.
Dit brengt mij op een laatste opmerking die werd gemaakt tijdens de workshop: zou het goed zijn als er een Kema-keur voor managementboeken kwam? Grappig idee, maar toch maar niet doen.
Presenteren tijdens het schrijfproces? Doen! Het scherpt het denken, het bevordert het communicatieve karakter van je verhaal én het levert interessante en nuttige feedback op.
Trackbacks/Pingbacks